ECLI:NL:CBB:2024:238

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
23/1484
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit minister van Economische Zaken en Klimaat

Op 2 april 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1484. De ondernemer, handelend onder de naam [naam 2] en gevestigd te [woonplaats], had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, genomen op 14 april 2023. Dit beroep werd op 19 december 2023 door het College niet-ontvankelijk verklaard, omdat het griffierecht niet tijdig was betaald.

In het verzet dat de ondernemer heeft ingesteld, is gebleken dat hij niet in verzuim is geweest. Het College heeft geoordeeld dat het verzet gegrond is, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 19 december 2023 vervalt. Het onderzoek in de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond.

De minister van Economische Zaken en Klimaat is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier E.A. van der Meel, en is openbaar uitgesproken op 2 april 2024.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1484

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 april 2024 op het verzet van

[naam 1] handelend onder de naam [naam 2], te [woonplaats] (de ondernemer)

Procesverloop

De ondernemer heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 14 april 2023.
Bij uitspraak van 19 december 2023 heeft het College het beroep met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, dus zonder zitting, niet-ontvankelijk verklaard.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat binnen de daarvoor gestelde termijn het griffierecht niet is betaald.
2 In verzet is gebleken dat de ondernemer niet in verzuim is geweest. Het verzet moet daarom gegrond worden verklaard. Omdat het verzet gegrond wordt verklaard vervalt de uitspraak van 19 december 2023 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
3 De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van E.A, van der Meel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 april 2024.
w.g. T.G.M. Simons w.g. E.A. van der Meel