ECLI:NL:CBB:2023:729

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
22/2327
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake subsidie COVID-19

Op 19 december 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De ondernemer, gevestigd te [plaats], had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, gedateerd 20 oktober 2022. Dit beroep werd op 31 januari 2023 niet-ontvankelijk verklaard door het College, omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De ondernemer heeft echter verzet aangetekend tegen deze uitspraak, stellende dat hij niet in verzuim was geweest.

Tijdens de behandeling van het verzet is gebleken dat de ondernemer inderdaad niet in verzuim was. Het College heeft daarom geoordeeld dat het verzet gegrond is. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van 31 januari 2023 vervalt en dat het onderzoek in de oorspronkelijke zaak wordt voortgezet. Het College heeft geen aanleiding gezien om de ondernemer te veroordelen in de proceskosten van het verzet.

De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, met E.A. van der Meel als griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 december 2023. De beslissing markeert een belangrijke stap in de procedure rondom de subsidie voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/2327

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 december 2023 op het verzet van

[naam] , te [plaats] (de ondernemer)

Procesverloop

De ondernemer heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 20 oktober 2022.
Bij uitspraak van 31 januari 2023 heeft het College het beroep met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, dus zonder zitting, niet-ontvankelijk verklaard.

Overwegingen

Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat binnen de daarvoor gestelde termijn het griffierecht niet is betaald.
In verzet is gebleken dat de ondernemer niet in verzuim is geweest. Het verzet moet daarom gegrond worden verklaard.
Omdat het verzet gegrond wordt verklaard vervalt de uitspraak van 31 januari 2023 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van E.A, van der Meel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 december 2023.
w.g. T.G.M. Simons w.g. E.A. van der Meel