ECLI:NL:CBB:2023:699

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
23/1860
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om voorlopige voorziening wegens ontbreken van besluit en gronden

In deze zaak heeft verzoeker op 26 oktober 2023 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is gedaan in het kader van een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda. De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat verzoeker het besluit en de gronden waarop het verzoek is gebaseerd, niet heeft toegezonden. Dit is in strijd met de vereisten zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, Awb geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Verzoeker is eerder door de griffier van het College op 27 oktober 2023 verzocht om het besluit alsnog toe te zenden, maar heeft hier niet op gereageerd. De brief van 27 oktober 2023 is op 23 november 2023 retour gekomen bij het College, wat betekent dat verzoeker niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening.

Gelet op deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter geen andere keuze dan het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing is openbaar uitgesproken op 12 december 2023, en verweerder is niet verplicht om proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1860
uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 december 2023 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , te [plaats] , verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda, verweerder

Procesverloop

Verzoeker heeft op 26 oktober 2023 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij het College beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep, bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2 Op grond van artikel 8:83, derde lid, Awb kan de voorzieningenrechter, als het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, uitspraak doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen. Daartoe bestaat in dit geval aanleiding.
3 De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker geen afschrift van het besluit waarop het verzoek betrekking heeft, heeft toegezonden. Met de aangetekend verzonden brief van 27 oktober 2023 heeft de griffier van het College verzoeker verzocht het besluit alsnog toe te zenden en is verzoeker er daarnaast op gewezen dat de Awb voorschrijft dat een verzoek als dit de gronden bevat waarop het berust. Daarbij is medegedeeld dat het uitblijven van een tijdige reactie kan leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van het verzoek. Op 23 november 2023 is de brief van 27 oktober 2023 bij het College retour gekomen. Onder deze omstandigheden kan de voorzieningenrechter niet anders dan het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaren.
4 Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van mr. K. Naganathar, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023.
w.g. T.G.M. Simons w.g. K. Naganathar