ECLI:NL:CBB:2023:666
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor energiebesparende isolatiemaatregelen door de minister voor Klimaat en Energie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 november 2023 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister voor Klimaat en Energie. De aanvraag betrof subsidie voor isolatie van een woning, waarbij de aanvrager, [naam 1], de aanvraag te laat indiende. De minister had de aanvraag afgewezen omdat deze meer dan twaalf maanden na het aanbrengen van het isolatiemateriaal was ingediend. Dit leidde er ook toe dat de aanvraag voor een tweede isolatiemaatregel, glasisolatie, niet in aanmerking kwam voor subsidie, aangezien er niet voldaan werd aan de eis van twee verschillende typen isolatiemaatregelen.
De aanvrager voerde aan dat de late indiening van de aanvraag te wijten was aan tegenslagen tijdens de verbouwing, zoals het aantreffen van asbest en langere levertijden door de coronapandemie. Hij betoogde dat de minister rekening had moeten houden met deze omstandigheden en dat de afwijzing van de aanvraag niet redelijk was. De minister daarentegen stelde dat de afwijzing dwingend was en dat er geen ruimte was voor coulance of een belangenafweging, aangezien de aanvraagtermijn strikt diende te worden nageleefd.
Het College oordeelde dat de minister terecht had gehandeld door de aanvraag af te wijzen. De regels in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies lieten geen ruimte voor afwijkingen in dit geval. De omstandigheden die de aanvrager aanvoerde, maakten niet dat de toepassing van de Regeling onevenredig was. Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden.