ECLI:NL:CBB:2023:619

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
22/1330
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen uitspraak over schadevergoeding door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Op 7 november 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een ondernemer tegen een eerdere uitspraak van 15 augustus 2023. De ondernemer had verzocht om schadevergoeding van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, naar aanleiding van een onrechtmatig besluit. Het College had zich in de eerdere uitspraak onbevoegd verklaard om het verzoek te behandelen, omdat de gevorderde schadevergoeding van € 161.382,68 de grens van € 25.000,- overschreed. De ondernemer had in het verzet aangegeven de vordering niet te willen matigen tot dit bedrag, wat leidde tot de conclusie dat het College niet bevoegd was om de zaak te behandelen.

In de uitspraak van 7 november 2023 heeft het College de ondernemer nogmaals gewezen op de mogelijkheden die artikel 8:89 van de Algemene wet bestuursrecht biedt. De ondernemer kan ervoor kiezen om de vordering te matigen tot € 25.000,-, of de gehele vordering aanhangig maken bij de burgerlijke rechter. Het College heeft bevestigd dat de eerdere uitspraak correct was en dat het verzet ongegrond is. Tevens is aangegeven dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, met mr. S. van Noordt als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1330

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2023 op het verzet van

[naam] , te [plaats] (de ondernemer)

(gemachtigde: J.A. Brok)

Procesverloop

De ondernemer heeft, op de grondslag van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), bij het College een verzoek ingediend om veroordeling van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot vergoeding van schade als gevolg van een onrechtmatig besluit van de minister.
Met de uitspraak van 15 augustus 2023 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Awb, dus zonder zitting, zich onbevoegd verklaard om van het verzoek van de ondernemer kennis te nemen.
Tegen de uitspraak van 15 augustus 2023 heeft de ondernemer verzet gedaan.

Overwegingen

1. De ondernemer vordert een bedrag van € 161.382,68 aan schadevergoeding. Het College heeft de ondernemer, na de ontvangst van het verzoek, gewezen op artikel 8:89, tweede lid, van de Awb. Naar aanleiding daarvan heeft de ondernemer laten weten het verzoek niet te willen matigen tot € 25.000,-. Daarop is de uitspraak van 15 augustus 2023 gevolgd.
2 Het College maakt uit het verzetschrift op dat (de gemachtigde van) de ondernemer niet begrijpt hoe het in artikel 8:89, tweede, derde en vierde lid, van de Awb neergelegde stelsel in elkaar zit. Het College licht dit daarom in deze uitspraak nog een keer toe. Bij een beweerde schade van meer dan € 25.000,- moet de belanghebbende kiezen uit de volgende mogelijkheden. Hij kan de vordering in haar geheel matigen tot € 25.000,- en dus afzien van het meerdere. In dat geval is het College bevoegd. Als hij de vordering niet wil matigen kan hij òf de gehele vordering, op de grondslag van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, aanhangig maken bij de burgerlijke rechter òf de vordering splitsen en deze tot een bedrag van € 25.000,- (eerst) aanhangig maken bij het College en (daarna) voor het meerdere bij de burgerlijke rechter.
3 Dit betekent dat de uitspraak van 15 augustus 2023 juist is. Het verzet is daarom ongegrond. Het College merkt voor de duidelijkheid nog wel op dat de ondernemer, ook na deze uitspraak, nog steeds een van de onder 2 beschreven keuzen kan maken.
4 De minister hoeft geen proceskosten van het verzet te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van mr. S. van Noordt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.
w.g. T.G.M. Simons w.g. S. van Noordt