ECLI:NL:CBB:2023:574
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van subsidieaanvraag voor COVID-19 steun en de gevolgen van te late indiening
In de zaak met nummer 22/1696 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 september 2023 een mondelinge uitspraak gedaan over de tijdige indiening van een aanvraag voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in het kader van de COVID-19 steunmaatregelen. De onderneming had haar aanvraag voor het eerste kwartaal van 2022 te laat ingediend, terwijl de deadline duidelijk was vermeld in de TVL-regeling en op de website van de RVO. De ondernemer had de verantwoordelijkheid om deze deadline in de gaten te houden, en het College oordeelde dat het niet relevant was dat de ondernemer dacht meer tijd te hebben op basis van eerdere kwartalen.
De onderneming voerde aan dat haar accountant had vertrouwd op een telefoongesprek met de RVO, waarin mogelijk een toezegging zou zijn gedaan over de behandeling van de aanvraag. Het College oordeelde echter dat er geen duidelijke toezegging was gedaan tijdens dat gesprek. Daarnaast stelde de onderneming dat de gevolgen van de afwijzing onevenredig waren, vooral gezien de financiële problemen en de mentale toestand van de ondernemer. Het College erkende de moeilijke situatie van de ondernemer, maar concludeerde dat deze omstandigheden niet de oorzaak waren van de te late indiening van de aanvraag. De afwijzing van de subsidie werd dan ook niet als onevenredig beschouwd.