ECLI:NL:CBB:2023:572
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing subsidie vaste lasten COVID-19 op basis van referentiekwartaal
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 september 2023 uitspraak gedaan in het kader van een beroep tegen de afwijzing van een subsidie op basis van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor de COVID-19 periode. De onderneming, vertegenwoordigd door [naam 1], heeft aangevoerd dat de keuze voor het referentiekwartaal, het eerste kwartaal van 2019, niet eerlijk is, omdat de onderneming recentelijk is verhuisd naar een nieuwe winkelruimte en nu ook ruimere openingstijden heeft. De onderneming stelt dat dit zou moeten leiden tot een hogere omzet en dat er dus wel degelijk sprake is van omzetverlies, ondanks de hogere kosten die zijn gemaakt na de verhuizing.
Het College heeft in zijn overwegingen duidelijk gemaakt dat de TVL-regeling voorschrijft dat het referentiekwartaal het eerste kwartaal van 2019 is en dat er alleen bij uitzonderlijke omstandigheden van deze regel kan worden afgeweken. Het College heeft geoordeeld dat de verhuizing van de onderneming niet kan worden aangemerkt als een uitzonderlijke omstandigheid die rechtvaardigt dat van het referentiekwartaal wordt afgeweken. De hogere kosten die de onderneming heeft gemaakt, zijn in het systeem van de TVL niet relevant voor de beoordeling van de aanvraag. Het College heeft het beroep van de onderneming ongegrond verklaard, waarbij het begrip heeft voor de financiële gevolgen van de afwijzing, maar dit niet voldoende is om het besluit als onevenredig te bestempelen.