ECLI:NL:CBB:2023:569

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
23/929
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake investeringssubsidie duurzame energie

Op 3 oktober 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het verzet van een ondernemer tegen een eerdere uitspraak van 15 augustus 2023. De ondernemer had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister voor Klimaat en Energie met betrekking tot een investeringssubsidie voor duurzame energie en energiebesparing. In de uitspraak van 15 augustus 2023 werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift te laat was ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.

De ondernemer voerde in verzet aan dat het beroepschrift al op 15 december 2022 was verzonden, maar het College oordeelde dat de keuze voor niet aangetekende verzending voor risico van de ondernemer kwam. Er was geen bewijs van terpostbezorging en het College kon geen grond vinden om de eerdere uitspraak te herzien. Het verzet werd ongegrond verklaard, wat betekent dat het beroep niet inhoudelijk werd behandeld en de zaak met deze uitspraak is geëindigd.

De minister werd niet verplicht om de proceskosten van het verzet te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier mr. S. van Noordt.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/929

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2023 op het verzet van

[naam] , te [plaats] (de ondernemer)

(gemachtigde: T.G.B. Leferink)

Procesverloop

De ondernemer heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister voor Klimaat en Energie over een investeringssubsidie voor duurzame energie en energiebesparing.
Met de uitspraak van 15 augustus 2023 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dus zonder zitting, het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van 15 augustus 2023 heeft de ondernemer verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar (verontschuldigbaar) is.
2 De ondernemer heeft in verzet herhaald dat het beroepschrift al met een niet aangetekend verzonden brief van 15 december 2022, en daarmee binnen de termijn, aan het College is gezonden. Het beroepschrift moet bij PostNL of het College zijn zoekgeraakt.
3 Het College ziet geen grond waarom de uitspraak van 15 augustus 2023 niet juist zou zijn. De keuze voor niet aangetekende verzending komt voor risico van de ondernemer. Er is geen bewijs van terpostbezorging. Zoals in de uitspraak van 15 augustus 2023 is overwogen moet het College dan toepassing geven aan zijn in artikel 6:11 van de Awb besloten liggende verplichting het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
4 Het verzet is ongegrond. Dat betekent dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld en de zaak met deze uitspraak is geëindigd.
5 De minister hoeft geen proceskosten van het verzet te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van mr. S. van Noordt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2023.
w.g. T.G.M. Simons w.g. S. van Noordt