ECLI:NL:CBB:2023:561
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag TVL voor het eerste kwartaal van 2021 wegens te late indiening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2021. De aanvraag was ingediend door [naam 1] B.V., die de aanvraag te laat had ingediend, namelijk na de deadline van 18 mei 2021. De minister van Economische Zaken en Klimaat had de aanvraag op 23 november 2021 als proformaaanvraag aangemerkt en deze vervolgens afgewezen. Het bezwaar van de onderneming werd op 28 maart 2022 ongegrond verklaard, waarna de onderneming beroep instelde tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 10 juli 2023 was de onderneming niet vertegenwoordigd, terwijl de gemachtigden van de minister aanwezig waren. De onderneming stelde dat de te late indiening te wijten was aan het beëindigen van het dienstverband van de financieel directeur en de onbekendheid van de administrateur met de TVL-regeling. De minister betoogde echter dat het de verantwoordelijkheid van de onderneming was om tijdig een aanvraag in te dienen, ongeacht de omstandigheden.
Het College oordeelde dat de minister terecht de aanvraag had afgewezen, omdat de aanvraag niet tijdig was ingediend. De wetgeving biedt geen ruimte voor afwijkingen van de indieningstermijnen. De onderneming had geen contact opgenomen met de minister tijdens de aanvraagperiode en had geen bijzondere omstandigheden aangetoond die de te late indiening rechtvaardigden. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard, en de minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden.