ECLI:NL:CBB:2023:547
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Toepassing van referentiekwartalen bij TVL-subsidie in het kader van COVID-19
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 september 2023, is het beroep van een onderneming tegen de afwijzing van de TVL-subsidie ongegrond verklaard. De onderneming had verzocht om af te wijken van de referentiekwartalen die zijn vastgesteld in de regeling voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) vanwege bijzondere omstandigheden. De onderneming stelde dat de referentiekwartalen, het vierde kwartaal van 2019 en het eerste kwartaal van 2020, niet representatief waren door een renovatie in 2019 en de impact van COVID-19 in 2020.
Het College oordeelde dat er alleen in uitzonderlijke omstandigheden van de referentiekwartalen kan worden afgeweken. Eerdere uitspraken hebben duidelijk gemaakt dat een verbouwing niet als een uitzonderlijke omstandigheid wordt beschouwd. De onderneming had ook aangevoerd dat de afwijzing onevenredig was, maar het College stelde vast dat de minister wel degelijk rekening had gehouden met de getroffen ondernemers in de horecasector, maar dat er strikte eisen waren gesteld aan het omzetverlies.
De uitspraak benadrukt dat de afwijzing van de subsidie niet alleen gebaseerd is op de specifieke situatie van de onderneming, maar ook op de bredere context van de regeling en de gelijkheid van behandeling van alle ondernemers in de sector. De beslissing van de minister om de subsidie niet toe te kennen werd als rechtmatig en niet onevenredig beoordeeld.