ECLI:NL:CBB:2023:544
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag COVID-19 door minister wegens te late indiening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een onderneming en de minister van Economische Zaken en Klimaat over de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). De onderneming had haar aanvraag voor het tweede kwartaal van 2021 ingediend op 29 juni 2021, maar stelde dat deze aanvraag door een technische onvolkomenheid niet bij de minister was aangekomen. De minister heeft echter vastgesteld dat er op die datum geen technische storing was en dat de aanvraag niet tijdig was ingediend, aangezien de deadline op 20 augustus 2021 om 17.00 uur was. De onderneming had geen ontvangstbevestiging ontvangen, wat volgens de minister een indicatie had moeten zijn om na te gaan of de aanvraag daadwerkelijk was ingediend. De minister handhaafde zijn standpunt dat de aanvraag terecht was afgewezen, omdat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten van tijdige indiening. Het College oordeelde dat de termijnoverschrijding voor rekening en risico van de onderneming kwam en dat de negatieve financiële gevolgen die de onderneming ondervond niet maakten dat het bestreden besluit onevenredig was. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.