ECLI:NL:CBB:2023:492
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag TVL voor het tweede kwartaal van 2021 wegens te late indiening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 12 september 2023 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het tweede kwartaal van 2021. De ondernemer had zijn aanvraag te laat ingediend, namelijk na de deadline van 20 augustus 2021. De minister van Economische Zaken en Klimaat had de aanvraag als pro-forma aangemerkt en afgewezen. De ondernemer stelde dat hij dacht dat de aanvraag al was ingediend, maar ontdekte pas later dat dit niet het geval was. Hij vroeg om coulance en benadrukte de noodzaak van de subsidie voor zijn bedrijf.
De minister verdedigde de afwijzing door te stellen dat de aanvraag niet tijdig was ingediend en dat het de verantwoordelijkheid van de ondernemer was om ervoor te zorgen dat de aanvraag op tijd werd ingediend. Het College oordeelde dat de minister terecht had afgewezen, omdat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten van tijdige indiening. De ondernemer had geen ontvangstbevestiging ontvangen, wat een indicatie had moeten zijn om na te gaan of de aanvraag daadwerkelijk was ingediend. Het College concludeerde dat de negatieve financiële gevolgen voor de ondernemer niet maakten dat de afwijzing onevenredig was.
Het beroep van de ondernemer werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van aanvragen en de verantwoordelijkheid van ondernemers in dit proces.