Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 september 2023 in de zaak tussen
de minister van Economische Zaken en Klimaat
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 12 september 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen de minister van Economische Zaken en Klimaat en een onderneming die een aanvraag voor subsidie op basis van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) had ingediend. De aanvraag was door de minister aangemerkt als pro-forma-aanvraag en vervolgens afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De onderneming stelde dat zij haar aanvraag tijdig had ingediend met behulp van een DigiD-code, maar kon dit niet onderbouwen. De minister had geen gegevens kunnen vinden die de stelling van de onderneming ondersteunden. De termijnoverschrijding werd door het College als een risico van de onderneming beschouwd.
De minister handhaafde zijn standpunt dat de aanvraag niet tijdig was ingediend en dat de onderneming niet voldeed aan de eisen van de TVL. Het College oordeelde dat de minister terecht had afgewezen, omdat de aanvraag niet voldeed aan de bij de regeling gestelde regels. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van aanvragen en de gevolgen van termijnoverschrijding voor de aanvrager. Het College verklaarde het beroep van de onderneming ongegrond en stelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden.