ECLI:NL:CBB:2023:462

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
22/1284
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen terugvordering subsidie COVID-19 wegens omzetverlies onder de 30%

Op 17 juli 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam 1] en de minister van Economische Zaken en Klimaat, met zaaknummer 22/1284. De minister had de subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2021 vastgesteld op € 0 en het aan [naam 1] betaalde voorschot teruggevorderd. [naam 1] maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de minister verklaarde het bezwaar ongegrond op 3 juni 2022. Hierop heeft [naam 1] beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 17 juli 2023 heeft [naam 1] aangevoerd dat hij de voorschotten niet kan terugbetalen, omdat hij vlak voor de coronacrisis een grote investering in zijn bedrijf had gedaan. Hij verzocht de minister om kwijtschelding van het bedrag. De minister gaf aan dat kwijtschelding niet mogelijk was vanwege de regels omtrent staatssteun, maar was bereid om een betalingsregeling te treffen. [naam 2], de dochter van [naam 1], gaf aan dat zij het bedrag voor haar vader zou terugbetalen, waardoor een betalingsregeling niet nodig was.

Na sluiting van het onderzoek heeft het College onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep van [naam 1] ongegrond verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1284
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 juli 2023 in de zaak tussen

[naam 1] , te [plaats]

en

de minister van Economische Zaken en Klimaat

(gemachtigden: mr. S.F. Hu en mr. drs. G.O. Hoeksma)

Procesverloop

De minister heeft de aan [naam 1] verleende subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2021 vastgesteld op € 0 en het aan hem betaalde voorschot teruggevorderd.
[naam 1] heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Dit bezwaar heeft de minister met zijn besluit van 3 juni 2022 ongegrond verklaard (het bestreden besluit).
[naam 1] heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is op de zitting van 17 juli 2023 behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen de dochter van [naam 1] , [naam 2] en de gemachtigden van de minister.
Na sluiting van het onderzoek op de zitting heeft het College onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De minister heeft de TVL-subsidie vastgesteld op nihil en de verleende voorschotten teruggevorderd omdat [naam 1] in de subsidieperiode minder dan 30% omzetverlies had ten opzichte van de referentieperiode.
2. [naam 1] heeft alleen aangevoerd dat hij de aan hem uitbetaalde voorschotten wel wil terugbetalen, maar dat niet kan. Hij heeft vlak voor de coronacrisis begon een grote investering in zijn bedrijf gedaan en heeft nu geen geld meer om de voorschotten terug te betalen. [naam 1] wil graag dat de minister het bedrag kwijtscheldt.
3. Op de zitting heeft de minister terecht gezegd dat het niet mogelijk is om de vordering kwijt te schelden. Dat heeft ook de maken met de regels die gelden voor staatssteun. De minister is wel bereid een betalingsregeling met [naam 1] te treffen. [naam 2] heeft daarop gezegd dat een betalingsregeling niet nodig is omdat zij het bedrag voor haar vader zal terugbetalen.
4. Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van mr. M.B. van Zantvoort, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2023.
w.g. B. Bastein w.g. M.B. van Zantvoort