ECLI:NL:CBB:2023:402

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
22/1274
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag COVID-19 door minister op basis van te late indiening

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 juli 2023 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De vennootschap, Global Premium Telecom B.V. uit Apeldoorn, had een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten COVID-19 (TVL). De minister heeft deze aanvraag afgewezen omdat deze niet binnen de gestelde aanvraagperiode was ingediend. De vennootschap heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de minister verklaarde dit bezwaar ongegrond met een besluit op 23 mei 2022.

Tijdens de zitting op 17 juli 2023, waar de gemachtigden van zowel de vennootschap als de minister aanwezig waren, heeft het College onmiddellijk uitspraak gedaan na sluiting van het onderzoek. De vennootschap stelde dat de aanvraag te laat was ingediend omdat de CFE (Chief Financial Executive) in Londen woont en niet tijdig op de hoogte was van de mogelijkheid om een TVL-aanvraag in te dienen. De minister heeft echter terecht opgemerkt dat het de verantwoordelijkheid van de ondernemer is om zich te informeren over de voorwaarden voor subsidieaanvragen. Het College oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de minister verplichtten om de aanvraag alsnog in behandeling te nemen.

De uitspraak van het College verklaarde het beroep van de vennootschap ongegrond en de minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van griffier mr. M.B. van Zantvoort.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Zaaknummer: 22/1274
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 juli 2023 zaak tussen

Global Premium Telecom B.V., te Apeldoorn (de vennootschap)

(gemachtigde: E. Hofman)
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat

(gemachtigden: mr. drs. G.O. Hoeksma en mr. S.F. Hu)

Procesverloop

De minister heeft de aanvraag van de vennootschap voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten COVID-19 (TVL) afgewezen.
De vennootschap heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Dit bezwaar heeft de minister met zijn besluit van 23 mei 2022 ongegrond verklaard (het bestreden besluit).
De vennootschap heeft hiertegen beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 17 juli 2023. Aan de zitting hebben deelgenomen de gemachtigden van de vennootschap en van de minister.
Na sluiting van het onderzoek op de zitting heeft het College onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De minister heeft de TVL-aanvraag van de vennootschap afgewezen omdat deze niet binnen de aanvraagperiode is ingediend.
2. Volgens de vennootschap is de aanvraag te laat ingediend, omdat haar CFE in London woont en niet tijdig bekend was met de mogelijkheid om een TVL-aanvraag in te dienen.
3. De minister vindt terecht dat het de eigen verantwoordelijkheid is van een ondernemer om zich op de hoogte te stellen van de voorwaarden om voor een subsidie in aanmerking te komen. Het lag daarom op de weg van de vennootschap om tijdig te (laten) onderzoeken of, en zo ja, wanneer, een TVL-aanvraag kon worden gedaan. Dat is niet anders als de aanvrager niet in Nederland woont. Er is daarom geen sprake van een bijzondere omstandigheid die ertoe leidt dat de minister de aanvraag toch in behandeling had moeten nemen. Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van mr. M.B. van Zantvoort, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2023.
w.g. B. Bastein w.g. M.B. van Zantvoort