In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 juni 2023 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De aanvraag betrof de Regeling subsidie financiering vaste lasten COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2022. De onderneming, Irish Pub B.V., had haar aanvraag te laat ingediend, wat leidde tot afwijzing door de minister. De onderneming stelde dat er sprake was van een misverstand door een voormalig werknemer van het accountantskantoor dat de aanvraag verzorgde. Dit argument werd door het College niet geaccepteerd, omdat de verantwoordelijkheid voor tijdige indiening bij de onderneming ligt. De minister had de aanvraag afgewezen op basis van de duidelijke sluitingsdatum die in de regeling was vermeld. Het College oordeelde dat de redenen voor de te late indiening niet voldoende zwaarwegend waren om alsnog in aanmerking te komen voor de subsidie. De afwijzing werd als terecht beschouwd, en het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard. De minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden.