Artikel 5b (geldend vanaf 26 februari 2021)
1. In de tariefstructuren, bedoeld in artikel 12a van de wet, voor aansluiting op het gastransportnet, bedoeld in artikel 10, zesde lid, van de wet, wordt opgenomen dat de kosten voor het verwijderen van een aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel d, worden opgenomen in een component van de vergoeding voor het beheren en onderhouden van een aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel c, van de wet.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op aansluitingen met een doorlaatwaarde groter dan 40m3(n) per uur als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel b, van de wet.
Tarievencode gas (de wijzigingen naar aanleiding van het codebesluit zijn onderstreept)
Paragraaf 2.2. Algemene bepalingen voor de tariefstructuur voor de aansluitdienst
1. De aansluitvergoeding dient ter dekking van de kosten die de netbeheerder maakt voor het leveren van de aansluitdienst. Deze kosten zijn te onderscheiden in:
a.kosten voor het voorzien van een nieuwe aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel a en b, van de Gaswet;
b.kosten voor het beheren en onderhouden van een aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel c van de Gaswet.
2. Met betrekking tot de in het eerste lid genoemde kosten geldt dat slechts de kosten in aanmerking worden genomen van werkzaamheden en benodigdheden die rechtstreeks met het voorzien van en het beheren en onderhouden van de aansluiting zijn gemoeid, waarbij de netbeheerder uitgaat van de aansluitcategorieën zoals genoemd in de artikelen 2.3 en 2.4 en van gemiddelde kosten van de standaardaansluiting in elk van die aansluitcategorieën.
3. In aanvulling op het eerste lid geldt dat de aansluitvergoeding dient ter dekking van de verwijderingskosten die conform artikel 2.9, tweede lid niet in rekening worden gebracht.
1. De aansluitvergoeding bestaat uit twee componenten:
Een eenmalige aansluitvergoeding ter dekking van de kosten genoemd in artikel 2.7, eerste lid onderdeel a;
Een periodieke aansluitvergoeding ter dekking van de kosten genoemd in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b
en de kosten genoemd in artikel 2.7, derde lid.
2. Indien op schriftelijk verzoek van de aangeslotene wordt afgeweken van de standaardaansluiting, bijvoorbeeld door middel van het aanleggen van een meerstraatsaansluiting of het plaatsen van een extra scheidingsafsluiter, brengt de netbeheerder de meerkosten daarvan aanvullend op de standaard vergoeding in rekening bij de aangeslotene, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10.
3. Voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit groter dan 1.600 m3(n)/uur en voor aansluitingen op een extrahogedruknet geldt een aansluitvergoeding dat is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten zoals beschreven in artikel 2.10.
1. Bij wijziging van een aansluiting op verzoek van de aangeslotene brengt de netbeheerder een eenmalige bijdrage in rekening bij de aangeslotene tot een maximum van de eenmalige aansluitvergoeding zoals genoemd in artikel 2.8, eerste lid, onderdeel a plus eventueel en met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid, een eenmalige bijdrage voor het verwijderen dan wel fysiek afschakelen van de bestaande aansluiting.
2. Indien een aangeslotene verzoekt de aansluiting te verwijderen brengt de netbeheerder de kosten voor het verwijderen van de aansluiting via een eenmalige bijdrage in rekening bij de aangeslotene, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid, waarbij geldt dat bij aansluitingen met een aansluitcapaciteit tot en met 40 m3(n)/uur de netbeheerder voor het verwijderen van de gasaansluiting geen kosten in rekening brengt bij de aangeslotene.
3. Naast verwijdering kan een aangeslotene de netbeheerder verzoeken de aansluiting tijdelijk fysiek af te schakelen.
4. Op basis van het verzoek, bedoeld in het derde lid, indien de aangeslotene daarbij aantoont dat de aansluiting binnen afzienbare tijd weer in gebruik wordt genomen, schakelt de netbeheerder de aansluiting af voor een periode van maximaal twaalf maanden.
5. In het geval van een tijdelijke afsluiting, bedoeld in het vierde lid, brengt de netbeheerder de kosten van de afsluiting via een eenmalige bijdrage in rekening bij de aangeslotene, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid.
6. Bij opschorting van de transportverplichting, waaronder het fysiek afschakelen van de aansluiting op verzoek van de aangeslotene, of door bijvoorbeeld het ontbreken van een leverancier, kan de netbeheerder, naast de kosten voor het fysiek afschakelen, de periodieke aansluitvergoeding in rekening blijven brengen.
7. Indien een nieuwe aansluitovereenkomst voor een al aangelegde en eerder beheerde aansluiting wordt aangegaan, brengt de netbeheerder de kosten voor het fysiek inschakelen van de aansluiting in rekening bij de aangeslotene via een eenmalige bijdrage, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid.