Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 mei 2023 op het verzet van
handelend onder de naam [naam 2] ,te [plaats] (de onderneming)
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 30 mei 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure met zaaknummer 22/1887. De onderneming, handelend onder de naam [naam 2] en vertegenwoordigd door gemachtigde R. Brak, heeft verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College van 17 januari 2023. In die uitspraak werd het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet was betaald.
In het verzet is echter gebleken dat de onderneming niet in verzuim is geweest met betrekking tot de betaling van het griffierecht. Het College heeft daarom geoordeeld dat het verzet gegrond is. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van 17 januari 2023 komt te vervallen en dat het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
De minister van Economische Zaken en Klimaat is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier E.A. van der Meel, en is openbaar uitgesproken op 30 mei 2023.