Uitspraak
BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 april 2023 op het verzet van
[naam 1] B.V., te [woonplaats] (de onderneming)
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft de onderneming [naam 1] B.V. verzet aangetekend tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 9 augustus 2022, waarin het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit gebeurde omdat het beroepschrift buiten de termijn was ingediend. De onderneming had eerder bezwaar gemaakt tegen een beslissing van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 29 juli 2021, die het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Tijdens de zitting op 23 februari 2023 heeft de onderneming verklaard dat zij het besluit van 29 juli 2021 niet had ontvangen, omdat dit naar een oud adres was verzonden. De onderneming kreeg pas in september 2021 kennis van het besluit via een andere weg.
Het College heeft overwogen dat, zelfs als de onderneming tijdig haar actuele adres had doorgegeven, het beroepschrift nog steeds te laat was ingediend. De onderneming had na de kennisgeving van het besluit van 29 juli 2021 meer dan een half jaar gewacht met het indienen van het beroepschrift, dat op 22 maart 2022 bij het College werd ontvangen. Het College concludeert dat de onderneming in verzet niets heeft aangevoerd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar maakt. De argumenten die zijn aangedragen, hebben betrekking op de termijnoverschrijding in bezwaar en niet in beroep. Daarom is het verzet ongegrond verklaard.
De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. Het College wijst er ook op dat de onderneming in een brief van 9 juli 2022 de minister heeft verzocht om terug te komen van het besluit van 14 december 2020, dat inmiddels in rechte onaantastbaar is geworden. Indien de minister nog geen besluit heeft genomen op dat verzoek, dient dit alsnog te gebeuren. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 april 2023.