Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 maart 2023 in de zaak tussen
[naam 1] BV te [plaats] , [naam 1]
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister
Procesverloop
Overwegingen
e-mail van 1 september 2020 (de e-mail) bericht dat zij voor keuringen op haar slachtlocatie bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) extra kwartieren keuringstijd moet aanvragen. De e-mail luidt, voor zover hier van belang, als volgt.
- De am-keuringsbegintijd wordt 5.00 ipv 5.15u
- De pm-keuringsbegintijd wordt 5.30 ipv 5.45u
- Er komt bij zowel am als pm 2 kwartier overlap op de wisseling, ipv 1 kwartier
e-mail niet-ontvankelijk verklaard, op de grond dat deze e-mail geen besluit is waartegen bezwaar kan worden gemaakt.
werkzaamheden:onderzoeken, keuringen, administratieve voorbereiding en afwikkeling daarvan.”
29 januari 2019, ECLI:NL:CBB:2019:38) zijn de keuringswerkzaamheden, mede gelet op de definitie van ‘werkzaamheden’ in de Regeling NVWA-tarieven, feitelijk van aard. De e-mail omvat niet meer dan een mededeling van de minister waaruit blijkt op welke wijze de keuringswerkzaamheden aangevraagd moeten worden. De e-mail wijzigt dus ook niets in de publiekrechtelijke rechtspositie van [naam 1] . Het College komt dan ook tot de conclusie dat de e-mail van de minister niet op enig publiekrechtelijk rechtsgevolg is gericht en daarom geen besluit is als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. De minister heeft de bezwaren van [naam 1] ] tegen de betreffende e-mail dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het College in deze procedure niet inhoudelijk zal ingaan op de vraag of de looptijd aan [naam 1] mag worden doorberekend. Dit kan [naam 1] in een procedure over een factuur waarin de kosten van deze extra looptijd in rekening zijn gebracht aan de orde stellen.