ECLI:NL:CBB:2023:128

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
22/1852
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep in bestuursrechtelijke procedure

Op 14 maart 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het verzet van [naam] B.V. tegen een eerdere uitspraak van 17 januari 2023. In die eerdere uitspraak was het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De onderneming heeft hiertegen verzet aangetekend, waarbij zij in het verzetschrift argumenten heeft aangevoerd die het College hebben doen besluiten om het verzet gegrond te verklaren. Het College heeft geoordeeld dat het beroep niet niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 17 januari 2023 vervalt. Het onderzoek in de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De minister is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. T.G.M. Simons, met mr. S. van Noordt als griffier.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1852

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2023 op het verzet van

[naam] B.V., te [woonplaats] (de onderneming)

(gemachtigde: mr. C.A. Gobbens)

Procesverloop

De onderneming heeft verzet gedaan tegen de uitspraak van het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, dus zonder zitting, van 17 januari 2023.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar (verontschuldigbaar) is.
2. Op grond van wat in het verzetschrift is aangevoerd, is het College thans van oordeel dat het beroep niet
kennelijkniet-ontvankelijk is. Het verzet moet daarom gegrond worden verklaard.
3. Omdat het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van 17 januari 2023 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
4. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van mr. S. van Noordt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023.
w.g. T.G.M. Simons w.g. S. van Noordt