ECLI:NL:CBB:2023:122
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19
In deze zaak heeft de V.O.F. [naam], appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder, inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 voor de periode januari tot en met maart 2021. Het subsidiebesluit van 9 april 2021 wees de aanvraag af, maar het bestreden besluit van 23 november 2021 verklaarde het bezwaar van de onderneming gegrond en kende een voorlopig subsidiebedrag toe.
De behandeling van de zaak was gepland voor 31 oktober 2022, maar beide partijen lieten weten niet aanwezig te zullen zijn. De onderneming stelde dat er ten onrechte geen rekening was gehouden met een ingediende suppletieaangifte. De minister gaf echter aan dat de subsidie voor Q1 2021 was vastgesteld met een besluit van 14 juni 2022, waarbij wel rekening was gehouden met de suppletieaangifte.
Tijdens telefonische contacten erkende de onderneming dat het geschil was opgelost en kondigde aan het beroep in te trekken, maar dit is tot op heden niet gebeurd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft daarom uitspraak gedaan. Aangezien het geschil is opgelost, is het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen procesbelang meer is. De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Verbeek, in aanwezigheid van mr. L.N. Foppen, en is openbaar uitgesproken op 7 maart 2023.