ECLI:NL:CBB:2023:116
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake subsidie COVID-19
Op 7 maart 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een onderneming tegen een eerdere uitspraak van 7 juni 2022. De onderneming had verzet aangetekend tegen de ongegrondverklaring van haar beroep tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, dat het bezwaar van de onderneming tegen een eerder besluit van 20 mei 2021 niet-ontvankelijk had verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De onderneming stelde dat zij de notificatie e-mail van het besluit van 20 mei 2021 niet had ontvangen, maar het College oordeelde dat de e-mail correct was verzonden naar het opgegeven e-mailadres. De onderneming had geen feitelijke onderbouwing voor haar claim dat de e-mail niet was ontvangen, en het College concludeerde dat het besluit op juiste wijze was bekendgemaakt. De bezwaartermijn was daardoor verstreken, en het bezwaarschrift was te laat ingediend.
De onderneming voerde aan dat de minister een fout had gemaakt en dat er telefonisch was toegezegd dat subsidie zou worden toegekend. Het College benadrukte echter dat de bezwaartermijn dwingend is en dat een te laat ingediend bezwaarschrift alleen ontvankelijk kan zijn bij verschoonbare omstandigheden, wat hier niet het geval was. De minister was verplicht om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. Het College concludeerde dat de eerdere uitspraak van 7 juni 2022 juist was en verklaarde het verzet ongegrond. De minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 maart 2023.