Op 7 maart 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het verzet van [naam] V.O.F. tegen een eerdere uitspraak van 23 augustus 2022. In die uitspraak werd het beroep van de onderneming ongegrond verklaard, omdat het bezwaar tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat niet-ontvankelijk was verklaard wegens een te late indiening. De onderneming stelde dat zij de notificatie e-mail van 16 september 2021 niet had ontvangen, maar het College oordeelde dat de enkele ontkenning van ontvangst niet voldoende was om aan te nemen dat de e-mail niet was aangekomen. Bovendien werd betoogd dat de onderneming alleen had ingestemd met het ontvangen van digitale berichten over de aanvraag, maar het College volgde deze redenering niet. Het College concludeerde dat het besluit van 16 september 2021 op juiste wijze was bekendgemaakt en dat de bezwaartermijn op 28 oktober 2021 was verstreken. Het ingediende bezwaarschrift van 11 november 2021 was daarmee te laat en er waren geen verschoonbare omstandigheden aangetoond. Het verzet werd ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak in stand blijft en de zaak is beëindigd. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.