ECLI:NL:CBB:2023:10

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
13 januari 2023
Zaaknummer
22/344
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake griffierecht

Op 17 januari 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/344, waarin appellante, [naam] B.V. uit [woonplaats], verzet heeft aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 23 augustus 2022. In die uitspraak werd het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellante heeft in haar verzetschrift aangevoerd dat zij meent dat er al betaald is of dat betaling niet nodig zou zijn vanwege de samenhang met andere zaken.

Het College heeft appellante de gelegenheid gegeven om het griffierecht alsnog te voldoen, maar zij heeft dit niet gedaan. In plaats daarvan heeft appellante een schriftelijke reactie gestuurd waarin zij haar standpunt verder toelichtte. Het College heeft deze argumenten niet gevolgd en vastgesteld dat het griffierecht wederom niet is betaald. Hierdoor kon het verzet niet worden gehonoreerd en werd het beroep van appellante niet inhoudelijk behandeld.

De uitspraak van het College houdt in dat het verzet ongegrond is verklaard, wat betekent dat de eerdere beslissing om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren in stand blijft. Tevens is bepaald dat de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 januari 2023.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/344

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 januari 2023 op het verzet van

[naam] B.V., te [woonplaats] , appellante

Procesverloop

Appellante heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (staatssecretaris) van 18 februari 2022.
Bij uitspraak van 23 augustus 2022 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, dus zonder zitting, het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft tegen de uitspraak van 23 augustus 2022 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat binnen de daarvoor gestelde termijn het griffierecht niet is betaald.
2. Naar aanleiding van het verzetschrift is appellante in de gelegenheid gesteld het griffierecht alsnog te betalen. Appellante heeft dat niet gedaan. Wel heeft zij een schriftelijke reactie gestuurd waaruit het College afleidt dat zij vindt dat er vanwege de samenhang met andere zaken al betaald is of niet betaald zou hoeven worden.
3. Het College volgt appellante niet en stelt vast dat het griffierecht wederom niet is betaald. Het verzet moet daarom ongegrond worden verklaard. Dit betekent dat het beroep van appellante niet inhoudelijk zal worden behandeld en de zaak met deze uitspraak is geëindigd.
4. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
mr. S. van Noordt, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 17 januari 2023.
w.g. T.G.M. Simons w.g. S. van Noordt