ECLI:NL:CBB:2022:802
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de niet-toekenning van subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 december 2022 uitspraak gedaan in het geschil tussen V.O.F. [naam 1] en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de ontvankelijkheid van een bezwaar dat door [naam 1] is ingediend tegen een besluit van de minister, waarin de subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL 1) voor de periode juni tot en met september 2020 op nihil is vastgesteld. Het bezwaar van [naam 1] werd door de minister niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Het College heeft de zaak op 14 september 2022 en opnieuw op 1 december 2022 behandeld. Tijdens de zittingen zijn de gemachtigden van de minister en [naam 1] gehoord. Het College heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn van zes weken, die begon op de dag na de bekendmaking van het besluit op 31 maart 2021, was verstreken. Het bezwaarschrift was pas op 4 oktober 2021 ontvangen, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend. Het College oordeelde dat de minister zich terecht op het standpunt had gesteld dat er geen goede redenen waren voor de termijnoverschrijding. De minister had het bezwaar van [naam 1] daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het College kwam niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het TVL-besluit, omdat het beroep ongegrond werd verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.