Op 6 december 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van Hotel Rotterdam B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat. Deze uitspraak volgde op een verzet dat was ingediend tegen een eerdere uitspraak van het College van 1 november 2022, waarin het verzoek van appellante om de minister te veroordelen in de proceskosten werd afgewezen. Het College heeft in het verzet vastgesteld dat op de dag van de eerdere uitspraak alleen het besluit van 29 september 2022 beschikbaar was, waaruit bleek dat de minister niet aan appellante tegemoet was gekomen. Echter, in het verzet is gebleken dat de minister bij besluit van 4 oktober 2022 wel tegemoet is gekomen aan de appellante. Hierdoor heeft het College het verzet gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van 1 november 2022 vervallen verklaard.
In de beslissing heeft het College de minister van Economische Zaken en Klimaat veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 1.138,50. Dit bedrag is opgebouwd uit 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 0,5 punt voor het indienen van het verzetschrift. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gedaan door mr. T.G.M. Simons, met D.A. Bohlmeijer als griffier. Deze uitspraak benadrukt het belang van de proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedures, vooral in het kader van de COVID-19 subsidies.