Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] , te [plaats]
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de accountantskamer
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
voorkomendat de groepsaccountant de controleverklaring in het maatschappelijk verkeer bracht. Het inlezen van een extra klachtonderdeel staat in contrast met de wijze waarop de curatoren de andere klachtonderdelen met aparte hoofdstukken expliciet hebben uitgewerkt. Het College volgt ook niet de stelling van de curatoren dat dit aparte klachtonderdeel moet worden afgeleid uit randnummer 20.2 van het klaagschrift, waarin is opgenomen dat de OKB-er die in het kader van de kwaliteitsbeheersing de taak heeft om te toetsen of de controlerend accountant naar behoren heeft gefunctioneerd, kan worden beschouwd als “het slot op de deur” vanuit zijn kantoororganisatie. En dat “pas als de OKB-er heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om de sleutel van dat slot te draaien (i.e. de controlerend account kon in redelijkheid tot zijn verklaring komen), de controleverklaring van de accountant in het maatschappelijk verkeer [mag] worden gebracht.” Deze passage dient volgens de curatoren in samenhang gelezen te worden met de passages in randnummers 9.17 en 20.14 waarin staat dat betrokkene heeft bewerkstelligd dat een accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer is gebracht die geen deugdelijke grondslag had. Ook in samenhang met de genoemde passages valt hierin naar het oordeel van het College niet een zelfstandig klachtonderdeel te ontwaren, inhoudende dat betrokkene diende te
voorkomendat de accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer werd gebracht, dat de accountantskamer ten onrechte onbesproken heeft gelaten. De eerste hogerberoepsgrond van de curatoren slaagt niet.
Documentatie
Beslissing
mr. drs. P. Fortuin, in aanwezigheid van mr. J.M.T. Plouvier, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2022.