ECLI:NL:CBB:2022:567
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de afwijzing van keuringspersoneel voor slachtingen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een B.V. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had bezwaar gemaakt tegen berichten van de minister waarin werd aangegeven dat het niet mogelijk was om keuringspersoneel in te plannen voor slachtingen op specifieke data in januari 2021. Het bestreden besluit van 20 januari 2021 verklaarde het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk, omdat de berichten volgens de minister geen besluiten waren in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Tijdens de zitting op 9 juni 2022 heeft appellante betoogd dat de berichten wel degelijk als besluiten moeten worden aangemerkt, omdat de weigering om keuringspersoneel in te plannen haar het recht ontnam op wettelijk vereiste toezicht tijdens de slachtingen. Het College heeft echter geoordeeld dat de beslissingen van de minister niet gericht zijn op publiekrechtelijke rechtsgevolgen en derhalve geen besluiten zijn in de zin van de Awb. Het College heeft daarbij verwezen naar eerdere jurisprudentie en geconcludeerd dat er geen publiekrechtelijke grondslag is voor de aanmeldingen van appellante voor keuringswerkzaamheden.
Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van een besluit in de Awb en de voorwaarden waaronder een beroep kan worden gedaan op bestuursrechtelijke procedures.