ECLI:NL:CBB:2022:512

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
9 augustus 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
21/865
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen uitspraak College van Beroep voor het Bedrijfsleven inzake onbevoegdheid en griffierecht

Op 9 augustus 2022 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure, zaaknummer 21/865. Appellant heeft verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College van 22 maart 2022, waarin het College zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het beroep van appellant tegen een brief van de Nationale ombudsman van 17 augustus 2020. In het verzet heeft appellant argumenten aangevoerd die uitsluitend betrekking hebben op de inhoud van de brief van de Nationale ombudsman, en niet op de onbevoegdheid van het College. Het College heeft geoordeeld dat de aangevoerde argumenten niet relevant zijn voor de onbevoegdheid en heeft het verzet ongegrond verklaard.

Daarnaast is in de uitspraak van 22 maart 2022 ten onrechte gesteld dat er geen griffierecht was geheven. Het College heeft vastgesteld dat er in deze zaak wel griffierecht is geheven en heeft besloten dat de griffier het door appellant betaalde griffierecht aan hem zal terugbetalen. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier S. van Noordt.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 21/865

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 augustus 2022 op het verzet van

[naam] , te [woonplaats] , appellant

Procesverloop

Appellant heeft verzet gedaan tegen de uitspraak van het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht van 22 maart 2022.

Overwegingen

1. Wat appellant in verzet heeft aangevoerd heeft geen betrekking op het oordeel dat het College onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep van appellant tegen de brief van de Nationale ombudsman van 17 augustus 2020, maar uitsluitend op de inhoud van die brief. Het verzet moet daarom ongegrond worden verklaard.
2. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet bestaat geen aanleiding.
3. Anders dan in de uitspraak van 22 maart 2022 is overwogen, is in deze zaak wel griffierecht geheven. De griffier van het College zal het door appellant betaalde griffierecht aan hem terugbetalen.

Beslissing

Het College verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
S. van Noordt, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 9 augustus 2022.
w.g. T.G.M. Simons w.g. S. van Noordt