ECLI:NL:CBB:2022:430
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van subsidie voor warmtepomp door de minister van Economische Zaken en Klimaat
In deze zaak heeft appellant, een particulier, een aanvraag ingediend voor een investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) voor een warmtepomp. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Economische Zaken en Klimaat, omdat er al subsidie was verstrekt aan de installateur van de warmtepomp. Appellant heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij de daadwerkelijke koper en betaler van de warmtepomp is en dat de subsidie ten onrechte aan de installateur is verleend. Hij stelt dat de regeling vereist dat de subsidie wordt verstrekt aan de daadwerkelijke koper en dat verweerder had moeten controleren of de subsidie correct was aangevraagd.
Tijdens de zitting heeft appellant verklaard dat hij niet heeft bedoeld bezwaar te maken tegen de subsidieverstrekking aan de installateur. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de afwijzing van de subsidie terecht is, omdat de regeling bepaalt dat als voor dezelfde installatie al subsidie is verstrekt, een nieuwe aanvraag wordt afgewezen. Het College stelt vast dat appellant niet heeft aangetoond dat hij afstand heeft gedaan van zijn recht om te worden gehoord in de bezwaarprocedure, maar dat de hoorplicht niet is geschonden omdat hij zijn standpunt telefonisch heeft toegelicht. Het beroep van appellant wordt ongegrond verklaard, en er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling.