4.4Als met verweerster zou moeten worden aangenomen dat het feitelijk absoluut onmogelijk zou zijn om in deze periode nader onderzoek te doen, komt dat in dit geval voor rekening en risico van verweerster. Immers, als verweerster in de voorbereidingsfase dan wel de bezwaarfase het een en ander zorgvuldig had onderzocht en vastgelegd en het besluit naar behoren had gemotiveerd, zou zij nu niet tegen dit (gestelde) probleem aanlopen. Bovendien stemt wat appellante aanvoert over de ondergrondse aanwezigheid van de knolcyperus overeen met wat in de instructie van verweerster over dit gewas valt te lezen. Daarom staat niet vast dat onderzoek naar de aanwezigheid ervan onmogelijk is in een periode waarin het gewas niet boven de grond komt, al kost het wellicht meer inspanning.
5. Gelet op de overwegingen in deze uitspraak en die in de tussenuitspraak is het beroep gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met het motiveringsbeginsel neergelegd in artikel 7:12, eerste lid, van de Awb in samenhang met het zorgvuldigheidsbeginsel neergelegd in artikel 3:2 van de Awb. Het College ziet reden om zelf in de zaak te voorzien door het primaire besluit van 1 september 2021 te herroepen. Door het ontbreken van informatie over bijvoorbeeld locatie, omvang en mate van besmetting en duidelijk fotomateriaal is de door verweerster gegeven onderbouwing (nog steeds) onvoldoende om haar conclusie te rechtvaardigen dat het hele perceel is besmet en daarom onder het teeltverbod moet vallen. Daarom is niet gebleken dat de wettelijke bevoegdheid tot het opleggen van een teeltverbod in dit geval mocht worden uitgeoefend, behalve voor het gedeelte van het perceel waarvan uit de door de keurmeester gemaakte foto blijkt dat het besmet was en waarvan appellante de besmetting heeft erkend door middel van een door hemzelf ingetekende schets van het perceel. Dit betreft de strook beginnend bij punt 17 en eindigend bij VP (hoek perceel) op de schets, met een breedte zoals zichtbaar op de door verweerster overgelegde foto. Het College neemt daarom een nieuw besluit waarin het teeltverbod beperkt blijft tot dit perceelsgedeelte.
6. Aangezien verweerster zelf naar voren heeft gebracht dat de besmetting in de zomer bovengronds in kaart kan worden gebracht, kan zij als zij dat nodig acht opnieuw tot controle overgaan. Als de resultaten van zo’n controle daar aanleiding toe geven kan zij opnieuw tot besluitvorming overgaan. Die besluitvorming kan geen terugwerkende kracht hebben.
7. Er bestaat aanleiding verweerster te veroordelen in de proceskosten van appellante. Deze kosten stelt het College voor de beroepsprocedure op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende bijstand vast op € 1.138,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 0,5 punt voor de schriftelijke reactie na bestuurlijke lus met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
8. Voor zover appellante heeft verzocht om schadevergoeding kan dit verzoek nog niet worden beoordeeld bij gebrek aan gegevens. Het College zal appellante in de gelegenheid stellen dit verzoek binnen vier weken na de dag van verzending van deze uitspraak nader te onderbouwen. Verweerster krijgt vervolgens de gelegenheid daar binnen vier weken na toezending van dat stuk op te reageren. Daarna zal het College, ter voorbereiding van een nadere uitspraak hierover, het verdere verloop van de procedure nader bepalen. Ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de schade zal het College daarom het onderzoek in deze zaak heropenen.