ECLI:NL:CBB:2022:359

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
5 juli 2022
Publicatiedatum
4 juli 2022
Zaaknummer
22/9
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Op 5 juli 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure van V.O.F. [naam] tegen een eerdere uitspraak van 12 april 2022. In die eerdere uitspraak was het beroep van appellante tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 november 2021 niet-ontvankelijk verklaard vanwege een niet verschoonbare overschrijding van de beroepstermijn. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij aanvoert dat het beroepschrift mogelijk op de laatste dag van de termijn, 20 december 2021, is gedeponeerd in een brievenbus van PostNL.

Het College heeft de argumenten van appellante in overweging genomen en vastgesteld dat het niet uitgesloten is dat het beroepschrift op 20 december 2021 na 17.00 uur maar vóór 24.00 uur is verzonden. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat appellante in verzuim is geweest. Het College heeft daarom het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 12 april 2022 vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 5 juli 2022 door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.A. Bohlmeijer, griffier.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/9

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 juli 2022 op het verzet van

V.O.F. [naam] , te [plaats] , appellante

Procesverloop

Bij uitspraak met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht van 12 april 2022 heeft het College het beroep van appellante tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 november 2021 niet-ontvankelijk verklaard wegens niet verschoonbare overschrijding van de beroepstermijn.
Appellante heeft tegen de uitspraak van het College van 12 april 2022 verzet gedaan.

Overwegingen

1. De laatste dag van de beroepstermijn is (maandag) 20 december 2021. Het beroepschrift is op (vrijdag) 24 december 2021 bij het College ontvangen. De enveloppe waarin het is verzonden draagt een poststempel van (dinsdag)
21 december 2021.
2. Gelet op wat appellante in verzet heeft verklaard, acht het College het (thans) niet uitgesloten dat het beroepschrift op (maandag) 20 december 2021 na 17.00 uur maar vóór 24.00 uur in een brievenbus van PostNL is gedeponeerd. Daarom kan niet worden vastgesteld dat appellante in verzuim is geweest.
3. Het verzet wordt om die reden gegrond verklaard. Dit betekent dat de uitspraak van het College van 12 april 2022 vervalt en dat het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, aanwezigheid van
D.A. Bohlmeijer, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 5 juli 2022.
w.g. T.G.M. Simons w.g. D.A. Bohlmeijer