In deze zaak heeft appellante, een B.V., beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 7 juli 2021. Het betreft een vertrouwelijkheidsverzoek dat door verweerder is ingediend, waarbij hij verzoekt om beperking van de kennisneming van bepaalde gedingstukken op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder heeft de vertrouwelijke versie van deze stukken overgelegd en aangegeven dat alleen het College van Beroep voor het bedrijfsleven kennis mag nemen van deze documenten.
Appellante heeft in een brief van 26 april 2022 toestemming verleend aan het College om uitspraak te doen op basis van de vertrouwelijke stukken, maar heeft tevens verzocht om nadere informatie over de professionele werkervaring van de deskundige. De rechter-commissaris heeft vervolgens de belangen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie, en anderzijds het belang van vertrouwelijkheid voor de deskundige en verweerder.
De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat de argumenten van verweerder om de naam van de deskundige geheim te houden niet voldoende zijn om als gewichtige redenen te worden aangemerkt. Het verzoek om beperking van de kennisneming is afgewezen, en de vertrouwelijke versies van de documenten moeten worden teruggezonden aan verweerder. Verweerder is verzocht om binnen twee weken een nieuwe versie van de stukken aan het College en de andere partij toe te sturen.