Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 mei 2022 op het verzet van
[naam] , te [woonplaats] , appellant
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 24 mei 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/617, waarin appellant verzet heeft aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 17 augustus 2021. In die eerdere uitspraak werd het beroep van appellant tegen het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 21 april 2021 niet-ontvankelijk verklaard vanwege een niet verschoonbare overschrijding van de beroepstermijn. Appellant stelde dat zijn beroepschrift op tijd was ingediend, namelijk op de laatste dag van de beroepstermijn, 2 juni 2021, maar dat het College dit niet had kunnen vaststellen omdat het beroepschrift pas op 4 juni 2021 was ontvangen.
Het College heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het aannemelijk is dat het beroepschrift op 2 juni 2021 in een brievenbus van PostNL is gedeponeerd. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat appellant in verzuim was. Het College heeft daarom het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 17 augustus 2021 vervalt en dat het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De beslissing om het verzet gegrond te verklaren houdt in dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.
Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. T.G.M. Simons, met D.A. Bohlmeijer als griffier.