Op 29 maart 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van Vereniging Energie Nederland, die verzet had aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College van 9 november 2021. In die eerdere uitspraak was het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was voldaan. Hoewel de appellante enige verwijtbaarheid trof, oordeelde het College dat zij redelijkerwijs niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet. De griffier zal het verschuldigde griffierecht alsnog debiteren van de gemachtigden van de appellante.
Daarnaast merkte het College op dat andere partijen, waaronder de Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie, ook beroep hadden ingesteld tegen het besluit van de ACM. Deze beroepen zullen gezamenlijk worden behandeld, nadat de griffier de nieuwe zaken heeft geregistreerd en het griffierecht heeft geheven. De uitspraak werd gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.A. Bohlmeijer, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.