ECLI:NL:CBB:2021:973

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
7 oktober 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
21/1069 (ordemaatregel)
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake intrekking bio-certificaat en decertificering van producten

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van [naam 1] B.V. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van stichting Skal, dat op 1 oktober 2021 het bio-certificaat van verzoekster had ingetrokken en besloten had tot publicatie van deze intrekking. Dit besluit had ook gevolgen voor 109 partijen producten die gedecertificeerd werden. Verzoekster vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat er onverwijlde spoed geboden was, gezien de belangen die op het spel stonden.

De voorzieningenrechter oordeelde op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en besloot dat de termijnen die in het bestreden besluit waren genoemd, opgeschort werden tot het moment waarop het verzoek om voorlopige voorziening op zitting behandeld zou worden. Verzoekster had ook verzocht om te mogen blijven functioneren als bio-gecertificeerd bedrijf tot zes weken na de beslissing op bezwaar, maar dit verzoek werd afgewezen. De voorzieningenrechter legde een aantal verplichtingen op aan verzoekster en de betrokken partijen, waaronder het informeren van afnemers over de intrekking van het bio-certificaat en het verstrekken van informatie aan Skal over de voorraad biologische goederen.

De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de griffier was aanwezig. De beslissing houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke bezwaren van verzoekster tegen het besluit van stichting Skal.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/1069 (ordemaatregel)
uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 oktober 2021 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam 1] B.V., te [plaats] , verzoekster

(gemachtigden: mr. M. van Tuijl en mr. A. Danopoulos),
en

stichting Skal, verweerster

(gemachtigde: mr. M. Timpert-de Vries).

Procesverloop

Bij besluit van 1 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerster het bio-certificaat van verzoekster ingetrokken, besloten tot publicatie van deze intrekking op haar website en besloten 109 partijen producten te decertificeren.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij het College beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep, bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak zonder zitting.
3. In het bestreden besluit, onder 4.1 en 4.3, staan de volgende opdrachten aan verzoekster:
“Uiterlijk woensdag 6 oktober 2021, 12.00 uur:
1. Zorgen [naam 2] en [naam 1] dat al hun afnemers die sinds 01/01/2020 rechtstreeks van hen dan wel via andere B.V.’s uit de [naam 3] biologische producten hebben afgenomen, geïnformeerd zijn over het intrekken van het bio-certificaat. Dit doen zij door de afnemers van [naam 2] en [naam 1] de brief van Skal te sturen die als bijlage 5 bij dit besluit is gevoegd (de Engelse vertaling van deze brief zal Skal uiterlijk op maandag 4 oktober 2021 aan u toezenden). Scans van deze brieven en/of de e-mails die DFlnternational en [naam 1] naar haar afnemers sturen, sturen DFlnternational en [naam 1] cc naar compliance@skal.nl.
2. Hebben [naam 2] en [naam 1] een lijst van de in punt 1 bedoelde afnemers (met vermelding van in ieder geval de bedrijfsnaam, vestigingsadres, land en e-mailadres van de contactpersoon) naar compliance@skal.nl verzonden.
3. Hebben [naam 2] en [naam 1] aan Skal een overzicht uit Navision verstrekt van de voorraad biologische goederen op zowel (a) maandag 27 september 2021 om 9.00 uur, (b) donderdag 30 september 2021 om 10.00 uur als (c) vrijdag 1 oktober 2021 op 14.00 uur (aantal kg, omschrijving product, en de plaats waar de producten zich bevinden, dus locatie IJzendijke en/of adres(sen) van externe opslag).
4. Zorgen [naam 2] en [naam 1] dat zij Skal hebben geïnformeerd wanneer en op welke wijze [naam 2] en [naam 1] de biologische aanduidingen hebben verwijderd en zal laten verwijderen van de huidige voorraad producten en producten die retour komen.”
“1. [naam 2] en [naam 1] moeten Skal uiterlijk op donderdag 7 oktober 2021, 12.00 uur infomeren hoe [naam 2] en [naam 1] uitvoering geven aan het verwijderen van de biologische aanduidingen van partijen genoemd onder dit (deel)besluit tot decertificering van de productpartijen, incl. de partijen die retour komen van afnemers.
2. Indien er (al dan niet via andere B.V.’s uit de [naam 3] ) partijen zijn uitgeleverd aan afnemers buiten de [naam 3] , zorgen [naam 2] en [naam 1] ervoor dat uiterlijk op donderdag 7 oktober 2021, 12.00 uur
- deze afnemers zijn geïnformeerd over dit besluit door de brief van Skal te sturen die als bijlage 6 bij dit besluit is gevoegd met daarbij als bijlage de lijst die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd (de Engelse vertaling van deze brief zal Skal uiterlijk op maandag 4 oktober 2021 aan u toezenden).
- Skal een kopie heeft ontvangen van de in het vorige gedachtestreepje bedoelde correspondentie met de afnemers compliance@skal.nl
3. Voor de partijen die onder deze gedecertificeerde partijen vallen, en waarvan [naam 2] en/of [naam 1] al naar aanleiding van de GFL-meldingen bij de NVWA aan de afnemer(s) heeft bericht dat deze producten niet aan de (voedsel)veiligheid(seisen) voldoen en dat deze daarom retour moeten of niet meer verhandeld mogen worden, hoeven [naam 2] en [naam 1] de hiervoor onder 2 genoemde mededeling niet aan de betreffende afnemers te doen. In dat geval zorgen [naam 2] en [naam 1] ervoor dat uiterlijk op donderdag 7 oktober 2021, 12.00 uur Skal een kopie heeft ontvangen van brief of e-mail waarin [naam 2] en/of [naam 1] hun afnemers hebben geïnformeerd over het retour zenden en/of niet meer mogen verhandelen van de producten vanwege de (voedsel)veiligheid(seisen).
4. Voor de partijen die onder deze gedecertificeerde partijen vallen en waarvan de [naam 3] (door facturen, leverbonnen en vervoersbewijzen) kan aantonen dat deze als gangbaar zijn verkocht, hoeven de afnemers niet geïnformeerd te worden dat de partijen zijn gedecertificeerd. In dat geval zorgen [naam 2] en [naam 1] ervoor dat Skal uiterlijk op donderdag 7 oktober 2021, 12.00 uur de bewijzen heeft ontvangen dat en aan wie deze partijen als gangbaar zijn verkocht.”
4. De voorzieningenrechter bepaalt bij wijze van ordemaatregel dat de hiervoor genoemde termijnen (uiterlijk 6 oktober 2021, 12.00 uur en uiterlijk 7 oktober 2021, 12.00 uur) worden opgeschort tot en met het moment waarop het verzoek om een voorlopige voorziening op zitting wordt behandeld.
5. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter ook verzocht om bij wijze van ordemaatregel te bepalen dat zij tot zes weken na de beslissing op bezwaar kan blijven fungeren als bio-gecertificeerd bedrijf, althans het haar mogelijk te maken haar huidige voorraden onder het bio-predicaat te verkopen. De voorzieningenrechter wijst dat verzoek af.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • bepaalt bij wijze van ordemaatregel dat de in het bestreden besluit genoemde termijnen, te weten uiterlijk 6 oktober 2021, 12.00 uur en uiterlijk 7 oktober 2021, 12.00 uur, worden opgeschort tot en met het moment waarop het verzoek om een voorlopige voorziening op zitting wordt behandeld;
  • houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2021.
De voorzieningenrechter en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op: