ECLI:NL:CBB:2021:830

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 augustus 2021
Publicatiedatum
13 augustus 2021
Zaaknummer
21/80
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake tegemoetkoming

In deze zaak heeft appellante, een vennootschap onder firma (VOF) h.o.d.n. een onderneming, verzet aangetekend tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 18 mei 2021. In die uitspraak werd het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet had voldaan aan de vereisten om een ondertekende verklaring over te leggen en de gronden van het beroep in te dienen. De uitspraak was gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.

Tijdens de behandeling van het verzet op 17 augustus 2021, heeft het College vastgesteld dat appellante niet in verzuim is geweest. Dit leidde tot de conclusie dat het verzet gegrond is. Het College heeft daarom de eerdere uitspraak van 18 mei 2021 vernietigd en het onderzoek naar de zaak voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Dit houdt in dat de zaak op korte termijn opnieuw op zitting zal worden behandeld.

De beslissing om het verzet gegrond te verklaren, werd genomen door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier F.L. van Haeften. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 augustus 2021.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 21/80

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 augustus 2021 op het verzet van

[naam VOF] h.o.d.n. [naam onderneming] , te [plaats] , appellante

Procesverloop

Appellante heeft beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 10 december 2020.
Bij uitspraak van 18 mei 2021 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft tegen de uitspraak van 18 mei 2021 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat appellante, na bij griffiersbrief van 25 januari 2021 in de gelegenheid te zijn gesteld (i) een ondertekende verklaring over te leggen waaruit blijkt dat [naam 1] of [naam 2] gemachtigd is namens appellante en op te treden en (ii) de gronden van het beroep in te dienen, dat niet heeft gedaan.
2. In verzet is gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest. Het verzet moet daarom gegrond worden verklaard.
3. Nu het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van
18 mei 2021 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Dat betekent in dit geval dat de zaak op korte termijn op zitting zal worden behandeld.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
F.L. van Haeften, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 17 augustus 2021.
w.g. T.G.M. Simons w.g. F.L. van Haeften