Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 augustus 2021 op het verzet van
[naam BV] , te [plaats] , appellante
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar enige beherend vennoot, verzet aangetekend tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 8 juni 2021. In die uitspraak werd het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat zij niet had voldaan aan de verplichting om griffierecht te betalen, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid was gesteld via een griffiersbrief van 28 februari 2021.
Tijdens de behandeling van het verzet is echter gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest. Het College heeft vastgesteld dat er geen reden was om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, en heeft daarom het verzet gegrond verklaard. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van 8 juni 2021 vervalt en dat het onderzoek naar het beroep van appellante wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
De uitspraak van het College is gedaan door mr. T.G.M. Simons, met de griffier F.L. van Haeften aanwezig. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De beslissing is openbaar uitgesproken op 17 augustus 2021.