ECLI:NL:CBB:2021:559

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
26 mei 2021
Zaaknummer
20/661
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake beslissing op bezwaar van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Op 1 juni 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een appellant die in beroep was gegaan tegen een beslissing op bezwaar van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, gedateerd 11 februari 2020. In een eerdere uitspraak van 10 november 2020 had het College het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de appellant het verschuldigde griffierecht niet had voldaan, ondanks een eerdere aanmaning van de griffie op 29 augustus 2020.

In het verzet heeft de appellant echter aangetoond dat hij niet in verzuim is geweest. Het College heeft dit argument geaccepteerd en het verzet gegrond verklaard. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van 10 november 2020 vervalt en dat het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De uitspraak van het College is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, met D.A. Bohlmeijer als griffier. De beslissing is openbaar gemaakt op 1 juni 2021.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/661

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juni 2021 op het verzet van

[naam] , te [plaats] , appellant

Procesverloop

Appellant heeft tegen de beslissing op bezwaar van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 februari 2020 beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 10 november 2020 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft tegen de uitspraak van 10 november 2020 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat appellant, na bij griffiersbrief van 29 augustus 2020 in de gelegenheid te zijn gesteld alsnog het verschuldigde griffierecht te voldoen, dat niet heeft gedaan.
2. In verzet is gebleken dat appellant niet in verzuim is geweest. Het verzet wordt daarom gegrond verklaard.
3. Nu het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van
10 november 2020 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
D.A. Bohlmeijer, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 1 juni 2021.
w.g. T.G.M. Simons w.g. D.A. Bohlmeijer