ECLI:NL:CBB:2021:524
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Meststoffenwet
Op 25 mei 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Appellant had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 april 2019. Dit beroep werd op 11 augustus 2020 niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak en verzocht om gehoord te worden.
Tijdens de zitting op 12 mei 2021 heeft appellant, vergezeld door zijn echtgenote, zijn standpunt toegelicht. Hij stelde dat hij door drukte op zijn bedrijf en zijn vaste baan pas op 5 juni 2020 in staat was om een beroepschrift in te dienen. Tevens gaf hij aan dat hij geen financiële middelen had om rechtsbijstand in te schakelen. Het College heeft begrip voor de persoonlijke omstandigheden van appellant, maar oordeelde dat dit niet rechtvaardigt dat hij in verzuim is geweest. Appellant had tijdig moeten aangeven dat hij niet in staat was om een volledig beroepschrift in te dienen.
Het College heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak van 11 augustus 2020 in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 mei 2021.