1.3Fosfaatruimte is de hoeveelheid dierlijke meststoffen die in een kalenderjaar ingevolge artikel 8, onderdeel c, van de Msw mag worden gebracht op of in de tot het desbetreffende bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond (artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel ll, onder 1, van de Msw). De fosfaatgebruiksnorm voor meststoffen, bedoeld in artikel 8, onderdeel c, van de Msw is bepaald in artikel 21a van het Uitvoeringsbesluit en gaat uit van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond. Tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond is in Nederland gelegen oppervlakte landbouwgrond, die in het kader van een normale bedrijfsvoering bij het bedrijf in gebruik is (artikel 1, eerste lid, aanhef en onder m, van de Msw). De tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond in enig kalenderjaar is de oppervlakte landbouwgrond die op 15 mei van dat jaar tot het bedrijf behoort (artikel 24, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit).
2. Appellante exploiteert een melkveebedrijf in [plaats] . Appellante fokt zelf jongvee op met als doel dit later als melkvee te houden. Op 2 juli 2015 hield zij 157 melk- en kalfkoeien en 114 stuks jongvee op haar bedrijf.
3. Verweerder heeft het fosfaatrecht van appellante vastgesteld op 7.387 kg. Hij is daarbij uitgegaan van de dieraantallen die op 2 juli 2015 op het bedrijf aanwezig waren, 80,28 hectare landbouwgrond, een gemiddelde fosfaatproductie van 7.711,65 kg en de fosfaatruimte op de peildatum 15 mei 2015 van 7.386,8 kg. Omdat het bedrijf van appellante niet grondgebonden is heeft verweerder een korting toegepast van 216,1 kg. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de gemiddelde fosfaatproductie van appellante verlaagd naar 7.691,25 kg. Verweerder heeft het fosfaatrecht van appellante in het bestreden besluit ongewijzigd gelaten en de bezwaren van appellante ten aanzien van de fosfaatruimte ongegrond verklaard. Verweerder heeft daarnaast het beroep van appellante op de knelgevallenregeling afgewezen, omdat zij niet aan de 5%-drempel voldoet.
4. Appellante heeft aangevoerd dat haar fosfaatruimte onjuist is vastgesteld. Volgens appellante bedraagt haar fosfaatruimte 7.399,7 kg en moet haar fosfaatrecht worden vastgesteld op 7.400 kg. Zij verwijst daarvoor naar de beslissing toekenning betalingsrechten 2015 waarin is uitgegaan van 80,42 hectare landbouwgrond en het overzicht gewaspercelen 2015.