ECLI:NL:CBB:2021:416
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitbetaling basis- en vergroeningsbetaling GLB door curator van failliete maatschap
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de curator van de failliete maatschap [naam 1] en [naam 2] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De curator had beroep ingesteld tegen de afwijzing van de aanvraag voor uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling voor het jaar 2019, omdat de Gecombineerde opgave te laat was ingediend. De aanvraag was op 11 oktober 2019 ontvangen, terwijl de uiterste indieningsdatum 15 mei 2019 was. De curator voerde aan dat er sprake was van uitzonderlijke omstandigheden, waaronder het faillissement van de maatschap en het ontbreken van inloggegevens, waardoor de aanvraag niet tijdig kon worden ingediend.
Het College overwoog dat de curator, als vertegenwoordiger van de failliete maatschap, op de hoogte had moeten zijn van de indieningstermijnen en de vereisten voor de aanvraag. De curator had voldoende tijd om de benodigde inloggegevens aan te vragen en had ook de mogelijkheid om een gemachtigde in te schakelen. Het College oordeelde dat de curator niet tijdig een beroep op overmacht had gedaan, aangezien hij dit niet binnen de gestelde termijn van vijftien werkdagen had gemeld. Bovendien werd gesteld dat het faillissement op zich geen overmachtssituatie vormde.
Uiteindelijk concludeerde het College dat de aanvraag terecht was afgewezen, omdat deze niet binnen de geldende termijn was ingediend en er geen gegronde redenen waren voor het beroep op overmacht. Het beroep van de curator werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.