ECLI:NL:CBB:2021:298
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Meststoffenwet
Op 16 maart 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van Maatschap [naam], appellante, tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van 28 november 2019. Bij uitspraak van 4 augustus 2020 verklaarde het College het beroep niet-ontvankelijk, omdat appellante, ondanks een griffiersbrief van 21 februari 2020, het verschuldigde griffierecht niet had betaald. Hierop heeft appellante verzet aangetekend tegen deze uitspraak, stellende dat de griffiersbrief niet correct was afgehandeld binnen de organisatie van haar gemachtigde, mr. H. Sikkema.
Het College heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de fouten van de gemachtigde voor rekening en risico van appellante komen. De argumentatie van appellante dat de miscommunicatie binnen de organisatie van de gemachtigde niet aan haar kan worden tegengeworpen, werd door het College verworpen. Het College benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het betalen van het griffierecht bij appellante ligt, ongeacht de interne communicatieproblemen van de gemachtigde.
De beslissing van het College was dat het verzet ongegrond werd verklaard. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 maart 2021 door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.A. Bohlmeijer.