ECLI:NL:CBB:2021:272
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Herziening van de uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling in het kader van de GLB-regeling met betrekking tot perceel 4
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 maart 2021 uitspraak gedaan in het geschil tussen V.O.F. [naam 1] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de herziening van de uitbetaling van de betalingsrechten en vergroeningsbetaling voor het jaar 2016. Appellante, V.O.F. [naam 1], had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister, waarin de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling was herberekend en een bedrag van € 28.874,86 werd teruggevorderd. De minister had vastgesteld dat perceel 4 niet als subsidiabel landbouwareaal kon worden aangemerkt, omdat er sprake was van een zandbult en hoge vegetatie, wat duidt op ruigte. Appellante betwistte deze conclusie en voerde aan dat er op perceel 4 natuurlijk gras en kruidachtige gewassen aanwezig waren.
Tijdens de zitting op 3 februari 2021 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij verwees naar eerdere besluiten en uitspraken die haar standpunt ondersteunden. De minister heeft echter gesteld dat perceel 4 niet voldeed aan de vereisten voor subsidiabel landbouwareaal, en dat de luchtfoto's en de vegetatie op het perceel dit bevestigden. Het College heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de minister terecht had besloten dat perceel 4 niet als subsidiabel kon worden aangemerkt.
Het College heeft geoordeeld dat de herberekening van de uitbetaling en de terugvordering van het bedrag door de minister rechtmatig was. De uitspraak van het College is openbaar uitgesproken op 16 maart 2021, waarbij het beroep van appellante ongegrond is verklaard. Er zijn geen proceskosten vergoed, omdat hiervoor geen aanleiding bestond.