In deze zaak heeft Life Scientific Ltd., gevestigd in Dublin, Ierland, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Dit verzoek volgde op een besluit van 1 december 2021, waarbij de aanvraag van verzoekster tot verlenging van de toelating van het gewasbeschermingsmiddel 'Lambdastar' in een andere lidstaat van de Europese Unie niet-ontvankelijk werd verklaard. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij een spoedeisend belang aanvoert. Zij stelt dat haar unieke marktpositie in Duitsland in gevaar komt als gevolg van het besluit van 1 december 2021.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat er voldoende grond is om het verzoek toe te wijzen. Verweerder heeft zich niet verzet tegen de schorsing van het besluit, wat de voorzieningenrechter heeft meegenomen in zijn overwegingen. De voorzieningenrechter heeft besloten het besluit van 1 december 2021 te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op het bezwaar van verzoekster.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 748,- voor beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier mr. A.A. Dijk, en is openbaar uitgesproken op 28 december 2021.