ECLI:NL:CBB:2021:1075

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
14 december 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
21/560
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB

Op 14 december 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een vennootschap onder firma tegen een eerdere uitspraak van 17 augustus 2021. In die eerdere uitspraak had het College het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellante heeft echter verzet aangetekend tegen deze uitspraak, stellende dat zij niet in verzuim was geweest.

Het College heeft in de overwegingen van de uitspraak opgemerkt dat uit het verzet is gebleken dat appellante inderdaad niet in verzuim is geweest. Dit leidde tot de conclusie dat het verzet gegrond verklaard moest worden. De eerdere uitspraak van 17 augustus 2021 vervalt hierdoor en het onderzoek naar het beroep wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.

De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, en de griffier was E.A. van der Meel. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 december 2021.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 21/560

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2021 op het verzet van

de vennootschap onder firma [naam] , te [plaats] , appellante

Procesverloop

Appellante heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 april 2021.
Bij uitspraak van 17 augustus 2021 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft tegen de uitspraak van 17 augustus 2021 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat binnen de daarvoor gestelde termijn het griffierecht niet is betaald.
2. In verzet is gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest. Het verzet moet daarom gegrond worden verklaard.
3. Omdat het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van 17 augustus 2021 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
E.A. van der Meel, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 14 december 2021.
w.g. T.G.M. Simons w.g. E.A. van der Meel