ECLI:NL:CBB:2021:1072

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
14 december 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
21/224
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit minister van Economische Zaken en Klimaat

Op 14 december 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van [naam 1] B.V. h.o.d.n. [naam 2], gevestigd te [plaats]. De appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, gedateerd 12 oktober 2021. Eerder, op 17 augustus 2021, had het College het beroep niet-ontvankelijk verklaard op grond van het niet tijdig indienen van de vereiste machtiging en de gronden van het beroep. Hiertegen heeft appellante verzet aangetekend.

In het verzet is gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 17 augustus 2021 niet in stand kan blijven. Het College heeft daarom het verzet gegrond verklaard, wat inhoudt dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De beslissing om het verzet gegrond te verklaren houdt in dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

De uitspraak is openbaar gedaan door mr. T.G.M. Simons, met E.A. van der Meel als griffier. De beslissing is op 14 december 2021 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 21/224

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2021 op het verzet van

[naam 1] B.V. h.o.d.n. [naam 2] , te [plaats] , appellante

Procesverloop

Appellante heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 oktober 2021.
Bij uitspraak van 17 augustus 2021 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft tegen de uitspraak van 17 augustus 2021 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat binnen de daarvoor gestelde termijn de verlangde machtiging niet is ingezonden en de gronden van het beroep niet zijn ingediend.
2. In verzet is gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest. Het verzet moet daarom gegrond worden verklaard.
3. Omdat het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van 17 augustus 2021 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
E.A. van der Meel, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 14 december 2021.
w.g. T.G.M. Simons w.g. E.A. van der Meel