ECLI:NL:CBB:2020:818
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In de zaak tussen [naam 1] B.V. en de Kamer van Koophandel heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 november 2020 uitspraak gedaan. De zaak betreft een bezwaar dat door appellante, [naam 1] B.V., te laat is ingediend tegen een besluit van de Kamer van Koophandel. Het primaire besluit, genomen op 31 mei 2018, hield in dat de Kamer van Koophandel appellante ontbond op grond van artikel 2:19a, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek. Appellante heeft op 12 november 2019 bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door de Kamer van Koophandel niet-ontvankelijk verklaard.
Tijdens de zitting op 29 september 2020 heeft appellante aangevoerd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat zij niet duidelijk was over de rechtsgevolgen van het besluit. Appellante was in de veronderstelling dat herinschrijving te allen tijde mogelijk was en heeft pas bezwaar gemaakt nadat er duidelijkheid was over de afwikkeling van faillissementen van haar deelnemingen. Het College heeft echter geoordeeld dat de bezwaartermijn essentieel is voor de rechtszekerheid en dat appellante niet tijdig een pro forma bezwaarschrift had moeten indienen.
Het College heeft geconcludeerd dat de door appellante aangevoerde omstandigheden geen reden voor verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding opleveren. De beslissing van de Kamer van Koophandel om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren is terecht, en het College heeft het beroep ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 november 2020.