ECLI:NL:CBB:2020:548
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van verzetten tegen niet-ontvankelijkheid van beroepen inzake diergezondheidsheffing
Op 18 augustus 2020 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan over de verzetten van verschillende appellanten tegen eerdere besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellanten, waaronder diverse maatschappen en B.V.'s, hadden beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van 9 mei tot en met 14 juni 2019, waarbij hun bezwaren tegen een diergezondheidsheffing ongegrond waren verklaard. In een eerdere uitspraak van 19 november 2019 had het College deze beroepen niet-ontvankelijk verklaard op grond van het niet tijdig betalen van het griffierecht.
De verzetten zijn behandeld tijdens een zitting op 8 juli 2020, waarbij de gemachtigde van de appellanten aanwezig was, maar de minister niet. De gemachtigde voerde aan dat er veel communicatie met de griffie had plaatsgevonden om de zaken efficiënt af te handelen, maar dat door omstandigheden het griffierecht niet tijdig kon worden betaald. Het College oordeelde echter dat de appellanten tijdig waren herinnerd aan de betalingsverplichting en dat er geen verschoonbare reden was voor het niet betalen van het griffierecht. De verantwoordelijkheid voor tijdige betaling lag bij de appellanten, ongeacht het aantal beroepen.
Uiteindelijk verklaarde het College de verzetten ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier mr. L.N. Foppen.